De fatale missie

Wellington HE 154 maakte deel uit van een groep van maar liefst 783 geallieerde bommenwerpers die in de nacht van 11 op 12 juni 1943 de Duitse stad Düsseldorf bombardeerden. Een gebied van 5 bij 8 km werd volledig verwoest, met name een deel van de stad centrum, 42 industriële bedrijven, 20 militaire objecten en 8 schepen. Van de 143 Wellington-bommenwerpers die aan deze aanval deelnamen, keerden er tien niet terug, waaronder de HE 154. In het “Operations Record Book” van de RAAF van 12 juni 1943 stond:

Vuurgloed bij terugkeer na het passeren van AMSTERDAM. Dit vliegtuig vertrok om 23.14 uur en is als vermist opgegeven.

Luchtbeschermingsdienst

In 1936 werd in Nederland de Luchtbeschermingsdienst (LBD) opgericht om mogelijke vijandelijke luchtaanvallen op te sporen en de Nederlandse burgers te waarschuwen. Deze rijksdienst had op verschillende strategische locaties observatieposten. In het “LBD Record Book, sectie ‘WK-uitkijk Amsterdam’ van 12 juni 1943 kunnen we de volgende interessante opmerkingen lezen:

14.17 uur: WK meldt: op 15° + 40° + 45° verdediging.
14.18 uur: WK meldt: vliegtuig neergeschoten op 15° ver weg.

[“WK” is een afkorting van “Wolkenkrabber”, de Nederlandse vertaling voor “wolkenkrabber”. In feite was dit in 1943 het hoogste gebouw in Amsterdam-Zuid.]
De Wellington HE 154 bleek dus op 15° (ten oosten van de Amsterdamse wolkenkrabber) te zijn neergeschoten en om 14.18 uur “ver weg” te zijn neergestort. Welk Duits luchtafweergeschut het geallieerde vliegtuig had neergeschoten, werd niet vermeld.

FLAK

Uit de “Raid Tracks” kaart van HE 154 kan worden opgemaakt dat de Duitse luchtverdedigingssystemen (FLAK), voor zover bekend bij de geallieerden, gepland waren om zoveel mogelijk te vermijden. De retourvlucht van de HE 154 liep van Düsseldorf via Arnhem naar de kust van het IJsselmeer (IJsselmeer) om vervolgens via Muiden, Diemen, Oost-Amsterdam en Noord-Holland over de Chanel naar vliegbasis Leconfield te vliegen in Yorkshire. Vooralsnog wordt aangenomen dat de HE 154 is neergeschoten door een mobiele Duitse FLAK-eenheid die operationeel was nabij Muiden.

Image creidts:
Digging up engine in january 1985
Frits Reurekas, Karel Hennipman, Jaap Hennipman, G. Overmans en Hans Hartsink
(foto: F. Reurekas)

Verliesregister

De exacte locatie waar HE 154 in 1943 neerstortte, heeft door de jaren heen voor enige verwarring gezorgd.
De meeste delen van de neergestorte Wellington zijn gevonden binnen de gemeente Diemen. Vervolgens werden ook enkele stoffelijke resten geborgen in de nabijgelegen gemeente Muiden.
Het Nederlandse Ministerie van Defensie vermeldt in het Schaderegister 1939-1945: tijdstip van de crash 02.16 uur; crashlocatie “Diemen (Overdiemerpolder)”.
Bij zonsopgang op 12 juni kwamen veel Duitse soldaten over om de overblijfselen van de Wellington op te halen voor waardevol schroot. Door de harde landing van de HE 154 brak een van de motoren volledig af en zonk weg in het drassige veen. Door gebrek aan het juiste materieel slaagden de Duitsers er niet in de zware motor uit te graven. De volledige bergingsoperatie van het vliegtuigwrak duurde ongeveer vier dagen.

Image creidts:
Engine of THE-154 as stored now at Koninklijke Saan in Diemen
(foto A. Saan)

Reconstructie

Als alle feiten op een rijtje zijn gezet ontstaat er een vrij compleet beeld van de tragische gebeurtenissen die plaatsvonden in de nacht van 11 op 12 juni 1943. Gelet op het vluchtplan vloog de HE 154 boven midden Nederland terug naar zijn basis in Engeland na het deponeren van zijn bomlading in Düsseldorf. Gezien het vliegplan is het zeer waarschijnlijk dat een FLAK-batterij in of nabij de stad Muiden verantwoordelijk was voor het neerschieten van de HE 154.

Kapitein Green en zijn bemanning werden gedwongen een belangrijke beslissing te nemen om ofwel het zwaar beschadigde en brandende vliegtuig per parachute te verlaten, ofwel een noodlanding te maken. Geraadpleegde experts op het gebied van de luchtvaart merkten op dat de drie propellerbladen van de opgegraven vliegtuigmotor Bristol Hercules zich nog in de zogenaamde ‘vaanstand’ bevinden. In deze stand staan de propellerbladen evenwijdig aan de vliegrichting en produceren zo de minste luchtweerstand. Deze procedure is nodig bij het maken van een noodlanding waarbij beide motoren zijn uitgevallen. Doordat de Wellington nu als zweefvliegtuig fungeerde, werden kostbare minuten gewonnen om in het donker een geschikte locatie te vinden voor een noodlanding. Blijkbaar was de schade zo groot dat een koerswijziging naar het wat noordelijker IJsselmeer niet meer mogelijk was. De crashlocatie bleek de groene weide te zijn van boer Hennípman in Overdiemen. De wetenschap dat het neergeschoten en oncontroleerbaar brandende vliegtuig hoogstwaarschijnlijk zou zijn neergestort bovenop woonappartementen in Diemen en/of Amsterdam-Oost, moet de bemanning hebben gemotiveerd om te proberen een gevaarlijke maar gecontroleerde noodlanding te maken. Helaas moesten ze deze heldendaad met hun leven bekopen.

Scroll naar boven